my stories

ine

fragment van Ine

 

Ine! Komen! Het eten is klaar!

Vanuit de deur opening zie ik Ine al uit de bloementuin komen. Haar knuffels heeft ze in haar rechterhand en haar linkerhand heeft ze in haar mondje gestoken.

‘Wat eten we, Mamma’? vraagt ze als ze me heeft bereikt en mijn knieën knuffelt.

’Pasta, lieverd, met tomaten’ zeg ik. Ik weet dat ze daar dol op is. En inderdaad, ze laat mijn knieën los wil meteen al aan tafel gaan zitten.

‘Eerst omkleden’ roep ik haar na terwijl probeert op een stoel te klauteren. Ze laat zich vallen en kijkt me boos aan. Haar gezicht staat gefronst en haar lippen zijn getuit.

‘waarom?’ Ik zucht. Wat is het toch een heerlijk kind.

‘omdat je vies bent. Kijk er zit een veeg op je schortje, en daar zit een scheur’ Ze kijkt even naar haar schortje en dan weer naar mij. Haar ogen niet boos meer en haar getuite mondje begint te pruilen.

‘Dt is niet erg hoor, schatje, ik was het wel weer. Maar kleed je wel even om voordat papa thuis komt’ Ze was weer getroost en hobbelde snel weg met haar korte beentjes. Ik liep haar achterna en zei’ ik zal je wel even helpen’ Ine versnelde haar pas en laat mij achter zich. ‘nee, kan ik zelf ook wel’

Ik haalde mijn schouders op en ging weer terug naar de keuken. Ik lette ondertussen wel goed op of ze niks uithaalde, dat deed ze wel vaker. Vorige week nog. Ze zou in de tuin zijn gaan spelen maar ik had haar moeten ophalen bij de mensen van 4 huizen verderop. Allemaal hadden we geen enkel idee hoe ze daar was terecht gekomen, inclusief de mensen van vier huizen verderop.

Mijn gedachten werden onderbroken door dat de telefoon ging. Ik was zo trots op ’t ding. We hadden hem pas een maand en tot die tijd had ik nog nooit een telefoon gehad die echt van mij was geweest. Natuurlijk belde ik soms voor een kwartje in de sigarenzaak naar mijn vriendinnen. Maar dit is mijn eerste telefoon en tenzij ik met Ine bezig ben, is de telefoon altijd in mijn buurt.

Ik nam de telefoon van de haak en zei vrolijk ‘Hallo, met Mevrouw van Cyrte’ de stem die antwoordde kende ik niet. Hij stelde zich zelf ook niet voor maar zei alleen maar;

‘Ine’s dagen zijn al om’

Ik had een paar seconden nodig om te bevatten wat hij net had gezegd. Wát zei u? mompelde ik verbaasd in de telefoon.

Het enige wat ik terughoorde was het piepen van de telefoon.